Spring naar inhoud

Ruimte om te leven, ook voor de dieren!

Nestkastjes aan de gevel, entree-stenen in de spouw en geen radio’s op de steiger... Als we gaan bouwen of huizen opknappen, houden we rekening met de dieren die in onze gebouwen ‘wonen’. Hoe doen we dat? Domesta-collega Carolien en ecoloog Elisabeth vertellen er meer over.

Ons motto is Ruimte om te leven. Dat gaat over de huizen van onze huurders, over leefbaarheid en over een fijne woonomgeving. Maar ook dieren hebben ruimte nodig om te leven. De wet Natuurbescherming beschermt diersoorten die in onze gebouwen ‘wonen’. De wet geldt voor alle huiseigenaren, en dus ook voor ons. Hoe geven we de dieren ruimte om te leven? En welke dieren zijn dat dan?

Volgens de wet Natuurbescherming mag je bepaalde beschermde diersoorten niet doden, vangen of hun eieren wegpakken. Ook verblijfplaatsen moeten beschikbaar blijven. “Het gaat om dieren die van oorsprong in grotten leven en nu een plekje zoeken in gebouwen”, zegt ecoloog Elisabeth Voogt. “Denk aan huismussen, gierzwaluwen of kauwtjes. Ze zitten vaak in de schoorsteen of onder het dak. Ook bepaalde soorten vleermuizen vinden het fijn om overdag in de spouw van gebouwen te slapen. Daar moet je rekening mee houden als je gaat bouwen of een huis opknapt.”

Carolien Janssen is werkvoorbereider en aanspreekpunt voor dit onderwerp bij Domesta. “We hebben  een plan gemaakt waarin staat wat we doen om diersoorten te beschermen. Dat doen we volgens landelijke regels. Bij elk project bekijken we eerst of er in de huizen of gebouwen beschermde diersoorten zitten. Ecologen denken mee over hoe we dat doen. Ze kijken bijvoorbeeld of we de gevel geschikt kunnen maken voor huismussen of vleermuizen. Zo ja, hoe en waar dan? Door hier vooraf over na te denken, staan we later niet voor verrassingen. Je wilt immers niet dat een project een half jaar stil ligt.”

Nestkasten voor gierzwaluwen aan de Pastoor Jongeriusstraat in Klazienaveen.

Nooit in het broedseizoen

Als er beschermde diersoorten in een gebouw zitten, dan komen we in actie. “In het broedseizoen mogen we sowieso niets doen, tenzij we op tijd passende maatregelen nemen. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat er geen beschermde dieren in het gebouw zijn bij de start van de werkzaamheden. Dat noemen we tijdelijk ‘natuurvrij’ maken. Ook buiten het broedseizoen kan het zijn dat we geen harde muziek draaien of steigers plaatsen, om maar iets te noemen. Als we huizen slopen, is het zeker dat er vaste verblijfplaatsen verdwijnen. Dan moeten we zorgen voor andere verblijfplekken in de nieuwbouw of daar in de buurt. Dat kan bijvoorbeeld door nestkastjes op te hangen. Of we metselen speciale ‘entree-stenen’ voor vleermuizen in de spouw.”

Entreesteen voor vleermuizen (bron: Vivara pro).

Turen naar vleermuizen

Het is niet altijd makkelijk om erachter te komen of en hoeveel beschermde diersoorten in een gebouw zitten. Elisabeth: “Bij grote complexen staan we soms met 5 of 6 ecologen naar boven te turen of we vleermuizen zien. Dat doen we in de avondschemering en ook vlak voor zonsopgang. Niet overdag, want dan slapen ze.”

“We nemen als mensen veel plaats in beslag”, zegt ze tot slot. “De natuur moet steeds wijken. Maar gelukkig wordt het steeds normaler om rekening te houden met de dieren.” Carolien: “Bewoners vinden het leuk dat we niet alleen nadenken over stenen, maar ook over dieren en leefbaarheid.”

Wat kun je zelf doen voor de dieren om je huis?