Spring naar inhoud

Vos actief rond Veenkampenweg

Het was onze huismeester Efrem Silvania al meerdere keren opgevallen, hoe netjes het is aan en rond de Veenkampenweg in Emmen. Daar woont meneer Jaap Vos. Een vitale jongeman van 80-plus. Hij is nog heel actief in en rond zijn huis. Stilzitten is bepaald niet zijn ding.

Als voormalig veehouder en akkerbouwer was het 7 dagen in de week hard werken en dat zit er nog steeds in. Vaak staat hij al om 5 uur op. Het was hem een doorn in het oog dat er op sommige stukjes grond, naar de parkeerplaats langs zijn huis, veel onkruid stond. Dus die stukjes grond werden door Jaap omgewoeld, bemest en beplant. En deels ingezaaid met kleurrijke bloemen en planten.

De tuin gaf me wel afleiding. Bezig blijven is het beste medicijn tegen heel veel dingen.

Het beste medicijn

Jaap is geboren in Warfhuizen op het Hogeland in Noord-Groningen. Onder Pieterburen om precies te zijn. Hij heeft een nuchtere kijk op het leven. In 2019 werd er darmkanker bij hem geconstateerd. Hij werd meteen geopereerd. ‘Chemo of bestraling was niet nodig’, zegt hij. ‘Maar ik had nog wel een tijdlang ongemak en af en toe pijn. Dat hoort helaas ook bij het leven. Maar het gaat weer helemaal goed met mij. Ik sta wel onder controle maar de arts heeft al meerdere keren gezegd dat het allemaal goed lijkt. En daar vertrouw ik op. De tuin gaf me wel afleiding. Bezig blijven is het beste medicijn tegen heel veel dingen.’

Buurvrouw

‘Ik trouwde toen ik 34 jaar was met Frouk, mijn vrouw, die 11 jaar geleden helaas overleed. Zij was weduwvrouw en had 4 kinderen. En omdat ze mijn buurvrouw was, had de vonk dus niet veel ruimte nodig om over te springen. De band met mijn stiefkinderen is overwegend goed. Maar samen met Frouk heb ik nog een zoon en een dochter. Ik vind het hier in Emmen al met al wel leuk wonen. De Oostermarke (van de Treant Zorggroep) zit hier tegenover mij. Dat is fijn als je wat op leeftijd komt en het allemaal wat minder wordt. Dus mocht het in de toekomst nodig zijn, dan kan ik hulp krijgen van mijn ‘overbuur’.’

Hoekhuis biedt meer vrijheid

‘Ik heb graag wat omhanden. De tuin voor mijn huis en de perkjes rondom mijn huis hou ik graag netjes aan kant. Ik heb verderop nog een volkstuintje waar ik groenten verbouw. En in de straat hierachter wordt een seringenboom verdrongen door 2 eiken en een esdoorn. Ik ga kijken of we die sering kunnen redden. Wat ben ik blij dat ik hier op de hoek van het gebouw woon. Dat geeft een stukje meer ruimte. Ik voel me daardoor niet opgesloten. Ik was immers altijd de vrijheid gewend op het platteland. Bovendien is de tuin bij zo’n hoekhuis meestal ook wat groter.’

Ongedurig

‘Ik ben graag buiten. Een regenachtige dag waarop je binnen moet blijven, dat vind ik helemaal niks. Daar word ik ongedurig van. Vandaar dat ik ook een hondje heb aangeschaft. Een Jack Russel, Bram. Dan heb ik gezelschap, wat om handen en je moet er in weer en wind even uit. Maar ik heb het liefst dit mooie zomerweer.’

Jaap met z'n hondje Bram

Schuurtje

‘Minder blij ben ik met mijn schuurtje. Ik zou heel graag een beetje meer ruimte hebben voor mijn hobby en voor de (tuin)gereedschappen. Er staan 2 fietsen in, een kastje en wat gereedschap en dan kan ik er zelf amper meer bij. Ik zou graag een stuk van de woonkamer inleveren voor een wat groter schuurtje maar ja, ik begrijp dat dat niet kan. Ik heb er een paar balkjes in gemaakt waar ik nu het lange tuingereedschap op kan leggen.’

Paardenkoets

‘Veel opleiding heb ik niet gehad, maar ik ben best wel handig en heb me daarin zelf ontwikkeld. Ik heb een oude paardenkoets, die min of meer rijp was voor de kachel, eigenhandig in nieuwstaat gebracht. Daar ben ik best trots op. Ik heb hem zelf grotendeels gerestaureerd. Alleen de wielen zijn gereviseerd in Polen. Helaas kan ik die koets hier niet kwijt. Hij staat in een schuur in Odoornerveen, waar ik in 1990 naartoe verhuisde. Daar had ik een varkensmesterij met wat akkerbouw.’

Planten en bloemen

De planten en bloemenweelde in de tuin en rond het huis van Jaap Vos is groot. Op de vraag welke zijn voorkeur hebben, zegt hij dat het hem niet veel uitmaakt. ‘Ik koop wat ik zelf mooi vind. En dan hangt het ook af van de prijs of ik ze meeneem. Al met al heeft het best een paar centen gekost. Maar een hobby waar je plezier aan beleeft mag wat kosten. Ik rook niet, ik drink niet, dus wat kan ik dan beter met mijn geld doen dan het in de natuur steken? Een biertje of een sigaret is zo op, maar hier heb je langer wat aan.’

Visitekaartje

Efrem is trots op een huurder als Jaap. ‘Hij is een visitekaartje voor de buurt. Een groot deel van zijn voortuin heeft hij omgespit en er vaste planten in gezet. Het stukje gemeentegrond waar anders niks aan wordt gedaan, doet hij er ook nog bij. En als ze daar moeilijk om zouden doen, wat ik niet verwacht, dan haalt hij alles eruit en zaait het in met gras.’

Cake en soep?

We gaan koffiedrinken en Jaap vraagt of we er een plak cake bij willen. Dat slaan we niet af. ‘Wil je dan een 1- handse of een 2-handse’, vraagt Jaap. Wij gaan voor optie 1. ‘Weet je het zeker?’ vraagt Jaap. ‘Een 1-handse is een hele dikke plak, waar je de vlakke hand plat op kunt leggen en een 2-handse is zo dun, die moet je met 2 handen vasthouden, anders valt ie op de grond’. Jaap heeft geen schoteltjes en omdat de cake nogal kruimelt, krijgen we die geserveerd op een groot, diep bord. En omdat we toch in een jolige bui zijn, vraagt Efrem zich af waar de soep blijft.